Lang zal die wezen

deel met je vrienden

Deel met je vrienden

daar drukken

Lang zal die wezen: Het verhaal

Een poëtische, vrolijke én droevige familievoorstelling over vriendschap en vergankelijkheid, over succes en eenzaamheid, over wat is en wat voorbij gaat.
De een en de ander. Ze vormen een doorgewinterd theaterduo. Altijd ruzie. Altijd. Onderweg, bij het eten, in de kleedkamer, overal. Loek, al op leeftijd, worstelt met zijn gezondheid, met zijn benauwdheid, last van zijn rug en die vreselijke hoofdpijn. Hij is bang dat ie dood gaat. En dan…wat zal er van hem over blijven. Hoe zal hij herinnerd worden? Zal Servaes hem missen en is er leven hierna? Terwijl Loek filosofeert over dit soort vragen zoekt Servaes voor de zoveelste keer naarstig aspirientjes voor hem, is hij bloednerveus, maar vooral ontzettend kwaad omdat Loek nooit naar de dokter gaat.

Credits

Spel: Loek Beumer en Servaes Nelissen
Regie: René van ’t Hof
Assistent-regisseur & Productieleider: Géraldine Verhoeven
Geluidsdecor: Wim Conradi
Kostuums: Carin Eilers
Vormgeving: Maarten Kastelijns
Decoratelier: Brinkman Decor
Grafische vormgeving: Rein van der Ven
Scènefotografie: Stephan van Hesteren
Lichtontwerp: Peter van der Hoek
Geluid: Bram van der Hoek
Artistieke Leiding: Loek Beumer en Peter Drost
Zakelijke Leiding: Louise Paulussen

Foto's

Recensies

de Volkskrant: “Hilarische ontboezemingen”.

De Standaard: “Gerijpte, absurde levensbeschouwing”.


De Volkskrant

4 november 2010
door Annette Embrechts

De een is een knorrige hypochonder, de ander heeft een ziekelijke drang tot zorgen’

‘Beiden zijn al vanaf hun vroege jeugd wees. Die ontheemdheid delen ze maar verder verschillen ze in alles. Toch moeten ze iedere avond het podium op, als variétéduo, met hun inmiddels vastgeroeste marionettenshow. Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar, al is het maar omdat ze ook in het dagelijks leven aan elkaars touwtjes zitten.

In Lang zal die Wezen treffen we beide heren (Loek Beumer en Servaes Nelissen) in de kleedkamer, kort voor hun opkomst. Daar begint het korzelige gehakketak en de onderlinge irritatie – hoofdpijn, drank, gierigheid – die hen in allerijl met losse scenes door het leven jagen van hoofdzakelijk de oudste, de zeurpiet.

Met hulp van goed gelijkende handpoppen en schuivende toneelgordijnen zappen ze van zijn jonge jaren naar zijn (ingebeelde) sterfbed, en van de zolder van zijn hardvochtige oom Fons naar zijn karig jubileum en dito verjaarsfeest. De ontboezemingen zijn hilarisch, het onderling gesar ook. Beide mannen zijn jongleurs in woord en mimiek. Hun samenspel getuigt van liefde voor en ervaring in revue, slapstick, clownerie en taalgrappen.

Beumer is de vleesgeworden aandachtstrekker, een kind nog eigenlijk, met weinig gevoel voor medemenselijkheid. Nelissen is ontroerend in zijn onhandig onderhoud van de jarenlange vriendschap. Regisseur René van ’t Hof manoeuvreert beide mannen olijk langs allerlei memorabele levensfasen: dood, ziekte, angst en eenzaamheid.

De grote vraag is echter waarom deze voorstelling ook jeugdige toeschouwers tot haar doelgroep rekent. De vragen over de klappen die het leven uitdeelt en de herinneringen waaraan wij ons met het stijgen der jaren hartstochtelijk vastklampen richten zich hoofdzakelijk op ouder publiek. De terugblikken, de sterfscenes de rouwrituelen, bijna nergens wordt een handreiking gedaan naar jongeren. En dan is de revuevorm ook nog behoorlijk klassiek.

De aspecten die wel appelleren aan de twijfelende kindergeest zijn de weesstatus van beide mannen en het gevangen zitten in vriendschap. Maar die kanten van Lang zal die Wezen zijn net het minste uitgewerkt.


De Standaard

9 november 2010
door Wouter Hillaert

‘Loek Beumer en Servaes Nelissen zijn charmant zielig in een absurde levensbeschouwing’

Stel je kinderen nooit bloot aan vreemde mannen die tegen hun pensioen aan lopen. Zeker niet als zij het steeds vaker over de dood hebben. Zou je denken. Tot je Beumer & Drost ziet. Het duo uit Amsterdam blijft in Vlaanderen wat in de marge hangen. En dat is jammer. Want Loek Beumer en Peter Drost hebben het: een gerijpte, absurde levensbeschouwing die ook bij uitstek werkt voor kinderen.

Zo was er vorig seizoen Ganzenbord. Uit het klassieke spelbord, neergeschilderd als decor, zwaaiden steeds nieuwe luikjes open, voor allerlei dialoogjes en grappig-existentiële filmpjes. Tegen vak 63 had je van een mens de hele levensweg zien passeren. Nu doet lang zal die Wezen precies het omgekeerde: de voostelling gaat in dat leven terug naar start. Op scène zie je het poppenspelersduo Loek (Beumer) en Servaes (Nelissen) vlak voor hun show van die avond, in de coulissen van hun jarenlange succes. Alleen willen bij Loek de oude knoken niet meer mee. Een laatste repetitie loopt al even mank als hijzelf, zijn zin is op. “Ga even liggen”, tipt Servaes.

Wat volgt, is een gedroomde flashback naar Loeks mistroostige jeugd als wees . Als arme assepoester slooft hij zich uit bij zijn oom en ziekelijke tante. Zelf ziet Loek in een flashforward zijn einde: opgebaard in zijn kist wordt hij voor de laatste keer bezocht door Servaes, hier als gerimpelde pop. Achtjarigen zien zachtmoedige poppenkast. Hun ouders het hele bestaan in een scène: liefdevol, bedremmeld, bijna banaal.
Die charmante zieligheid is bij Beumer & Drost steeds de kers op de tragikomische taart. Ondanks hun bedaarde en hoogst relativerende levenswijsheid, primeert open naiviteit. Het maakt Beumer & Drost de Toon Tellegens van het Nederlandse theater. Met een clownesk hoedje op.

Jongetjestoneel, maar wel heel leuk jongetjestoneel.

Speellijst

De theatertournee voor deze voorstelling is voltooid.

Deel met je vrienden

PLAN B**