Urbi et Orbi

deel met je vrienden

Deel met je vrienden

daar drukken

Urbi et Orbi: Het verhaal

Een klein droefgeestig drama over monniken.
Ze lopen met elkaar op.
Maar tot hoe ver?
Wreed in hun meedogenloze zorg houden zij vol.
Ze geloven tegen beter weten in
en volharden om de ander.
Een hopeloos duel.
Een belachelijk duel.

Credits

Idee en spel: Loek Beumer, René van ‘t Hof
Regie: Pieter Bouwman
Regie-asistentie en productie: Géraldine Verhoeven
Geluidsdecor: Mat Wijn
Kostuums: Dorien de Jonge
Decor: Laura de Josselin de Jong
Licht-ontwerp/1e inspiciënt: Peter van der Hoek
2e inspiciënt: Frank Landheer
Decorbouw: Brinkman Decors
Scenefotografie: smit van hesteren
Grafisch ontwerp: Frits van Hartingsveldt
Artistieke leiding: Beumer en Drost – Loek Beumer en Peter Drost
Zakelijke leiding: Beumer & Drost – Hans Klaasman
Zakelijke leiding: Theatergroep Carver Theaterzaken Via Rudolphi

Het Toneelschap Beumer & Drost en theatergroep Carver worden structureel gesubsidieerd door het Ministerie van OC&W

Tournee organisatie
Hummelinck Stuurman Theaterbureau
Da Costakade 190, 1053 XG Amsterdam
Tel: 020-6164004 Fax: 020 6124341
e-mail: info@hummelinckstuurman.nl
www.hummelinckstuurman.nl

Coproductie:

Het Toneelschap Beumer & Drost
Veemarkt 202, 1019 DG Amsterdam
Tel: 020-4652147 Fax: 020-4682465
e-mail: info@beumerendrost.nl
i.s.m.
Theatergroep Carver / Theaterzaken Via Rudolphi
tel: 020 – 627 75 55
e-mail: info@viarudolphi.nl
www.theatergroepcarver.nl

Foto's

Recensies

Leidsch Dagblad
10.12.2003
Dick van Teylingen

Komische monnikenmime

Theater is een ritueel, vol afspraken, symbolishe handelingen en rituele herhalingen, vooral in beweging. Het is dan ook geen wonder dat de godsdienst zich mag verheugen in de warme belangstelling van de Nederlandse mimewereld. Suver Nuver koos in haar relidrieluik voor een door religie geobsedeerde hoofdpersoon, Loek Beumer en René van ‘t Hof storten zich op de stereotypen van het kloosterleven.

Beumer speelt doorgaans bij Het Toneelschap Beumer en Drost, Van ‘t Hof bij mimegroep Carver. De twee mannen contrasteren ideaal: Beumer is groot, bebaard en rond, Van ‘t Hof smal, benig en nerveus, met priemende ogen. Hun middeleeuwse koppen vragen al om de rolverdeling goedmoedig en ervaren tegenover onzeker en ondergeschikt. Ze hullen zich in paardendekens waaronder blote benenin lakschoenen steken; de luxe en de nederigheid van het Roomse leven mooi gevangen in één beeld.

“Urbi et Orbi”(stad en land, de traditionele zegen van de paus voor burgers en buitenlui) is een komische verzameling van vaak volkomen zinloos lijkende rituelen om de rituelen. In een slim en smaakvol décor van kloostergangen, krukjes en tafels dollen ze prettig met stapjes, kleding, gordijnen, bellen en handelingen. Van ‘t Hof borstelt de pij van beumer al te precies af, en de wegen van de borstel zijn ondoorgrondelijk.

De biecht, aan weerszijden van een gordijn, is een loos agogisch gesprek, dat nog een tijdje doorsuddert als de biechteling al lang verdwenen is. De manier waarop Van ‘t Hog wegdommelt en praat in zijn slaap tijdens het mediteren zou ik graag nog een keer zien.

Hoeveel incasseringsvermogen en gelijkmoedigheid Beumer ook tentoon spreidt, Van ‘t Hof voelt zich zijn voetveegje en heeft nog niet de staat van onthechting bereikt om dat te aanvaarden. Alle gesublimeerde driften moeten dus een uitweg vinden, en uiteraard gebeurt dat onder het eten. Maar op de daad van verzet volgt vergeving en verzoening. Zoals het hoort.

Maar als de innerlijke conflicten overwonnen zijn, komt het gevaar van buiten, van boven zelfs: met een lekkend dak eindigt een komisch mime-miniatuurtje.

Leeuwarder Courant
Hans Brans

Gniffelen om rituelen “Urbi et Orbi”

FRANEKER: Urbi et Orbi (Stad en Land) heet de zegen die de paus jaarlijks uitspreekt over burgers en buitenlui. Het is ook de titel die de gelegenheidscombinatie Loek Beumer (van Beumer en Drost) en René van ‘t Hot (van onder andere Carver) meegaven aan een curieus theaterstukje over twee monniken.

Achter die titel moet je niet te veel zoeken, net zo min als achter allerlei onverklaarbare gebeurtenissen in deze voorstelling. Van de makers mag je er weliswaar van alles achter zoeken wat van je gading is, graag zelfs, maar als je hen daar dan maar niet verantwoordelijk voor houdt.

Je hoeft in het vreemde ‘klooster’ van deze twee monniken geen kritiek op de kerk of een satire op de religieuze beleving te verwachten. Met minder verstrekkende oordelen en vooral met meer aandacht voor het detail en het moment kun je heerlijk toekijken bij twee mannen-broeders in bruine pijen – nou ja, paardendekens eigenlijk – die hun uiterste best doen om vroom te zijn, zich aan de regels te houden – welke dat dan ook mogen zijn – en elkaar in broederlijke liefde terzijde te staan.

Maar juist in deze hogere sferen is de materie weerbarstig. Het ‘omgorden’ van het pijkoord levert meteen al zo’n mix op van elegante behendigheid en klunzige domheid. Het afwisselend trekken aan een denkbeeldig klokkentouw Is vooral prachtig om te zien, als je niet meteen door hebt wat ze doen. Toch maken de grote dikke en de klei-ne dunne monnik er geen clowneske slapstick van. Steeds bewaren ze een ingehouden spanning en laten ze de tijd het werk doen. Uit hun onnavolgbare rituelen spreekt verholen genot. De vaste patronen van loopjes, gebaren, het gegoochel met voorwerpen – ze bieden een heerlijke lichamelijke zekerheid.

Maar om de haverklap komt er een kink in de kabel. Dan slaat de verwarring toe, of de beklemming, en het ritueel hapert. Of het ene ritueel verandert ongemerkt in een ander. Zo schillen ze samen aardappelen als de ene monnik ontdekt dat je in zo’n emmer ook heer-lijk je voeten kunt koelen, waarna de ander bijna vanzelfsprekend overgaat tot een nieuwtestamentische voetwassing.

In hel tweede deel verschuift het accent steeds meer van de rituelen naar de onderlinge machtsstrijd. De kleine dunne monnik begint er genoeg van te krijgen om de volgzame underdog te zijn, die moet biechten terwijl hij niets te zeggen heeft. Met een eigen belletje probeert hij nu zelf de spelregels op te leggen. Pas als het conflict te openlijk wordt en de slapstick toch nog even naar boven komt, binden ze allebei in: tijd voor spijt en vergeving.

“Urbi et Orbl’ is een amusante voorstelling met een hoog gniffel-gehalte voor wie het aandurft om alleen maar te kijken en zich te verwonderen.

De Telegraaf
door P.L.

‘Monniken in dramaatje’

Twee monniken die bijna geen mond open doen, valt daar theater van te brouwen? Jazeker, als de makers maar oog hebben voor detail. In ‘Urbi et Orbi’, vrucht van samenwerking tussen de groepjes Carver en Beumer & Drost, is dat aspect dik in orde: René van ‘t Hof en Loek Beumer toveren visuele grapjes te voorschijn uit bijna niets.

Aardappelen schillen, brevieren, een broodje eten, pij aantrekken, uit de simpelste handelingen halen ze een lachje, nee, eerder een gniffel. Om twee meneertjes die in hun alledaagse routine aanlopen tegen de grenzen van verdraagzaamheid: kleine irritaties steken de kop op, de laagste in de pikorde raakt gefrustreerd en probeert de rollen om te draaien en daar heb je het: de motor voor drama.

Nou ja, een drama van minuscule afmetingen dan, mimisch uitgevochten door een elkaar leuk aanvullend duo: René van ‘t Hof, met zijn desgewenst geïmplodeerde uitstraling als natuurlijke, maar niet ongevaarlijke onderknuppel, en Loek Beumer, als even vanzelf-sprekend bovenliggende partij. Samen zorgen ze voor een charmerend, door Pieter Bouwman geregisseerd voorstellinkje, al helt het vederlichte bij momenten over naar gewichtloosheid.

Speellijst

De theatertournee voor deze voorstelling is voltooid.

Deel met je vrienden

PLAN B**