Meneer Hummeling gaat op reis: Het verhaal
Als meneer Hummeling na lang beraad de reis gaat maken waar hij als kind al van droomde, pakt hij zijn koffer en doet resoluut de deur achter zich dicht. Daar gaat hij. Eindelijk is het zover. Hij zet er stevig de pas in. Echter, in het hotel waar hij voor de eerste periode een eenvoudige kamer boekte, komt hij niet aan! Men wacht en wacht en wacht….Waar is de goede man gebleven? In het hotel tast men in het duister. Wordt er ooit nog iets van hem vernomen?
Een hilarische voorstelling die zich afspeelt in een hotel vol bizarre mensen, gebeurtenissen en toevalligheden.
Credits
Spel: Loek Beumer, Peter Drost en René van ‘t Hof
Regie: Gijs de Lange
Muziek: Kees van der Vooren
Assistent-regisseur & productie: Géraldine Verhoeven
Kostuums: Carin Eilers
Decorontwerp: Maarten Kastelijns
Uitvoering decor: Brinkman Decor
Grafische vormgeving: Floris Tilanus
Scènefotografie: Stephan van Hesteren
Lichtontwerp & techniek: Peter van der Hoek
Artistieke leiding: Loek Beumer en Peter Drost
Zakelijke leiding: Géraldine Verhoeven
Recensies
Goed getimede sketches ****
Het Parool, 1 november 2011
Door: Joukje Akveld
Theaterproducent Diederik Hummelinck nam onlangs afscheid van zijn bedrijf en is er nu nog slechts vanaf de zijlijn bij betrokken. Is het toeval dat de naam van het personage in de nieuwe familievoorstelling van Beumer & Drost, die al jaren aan het theaterbureau verbonden zijn, naar hem verwijst? Een mooie theatrale naam is het in elk geval wel.
De meneren Hummeling in dit stuk (het zijn er twee: Loek Beumer en Peter Drost) gaan op reis naar een wat merkwaardige vakantiebestemming: een overdekte vakantiehal in eigen land. Het is de motor achter een reeks losjes gemonteerde scènes, waarin de absurditeit nooit ver weg is.
Wat dat betreft is Meneer Hummeling gaat op reis een onvervalste B&D: geen filmische interventies zoals in de voorstellingen die Drost zonder Beumer maakt, maar uit improvisatie onstane gekkigheid, die kinderen en het volwassen publiek hardop in de lach doen schieten. Hier geen dwingende verhaallijn, maar goed getimede sketches.
Belangrijkste troef dit keer is vaste B&D-gast René van ’t Hof die figureert in een reeks geestige dubbelrollen, van geitenhoeder tot kampioen blind schoonspringen. Regisseur Gijs de Lange geeft hem alle ruimte om te doen waar hij goed in is: fysieke fratsen uithalen, hevig gesticuleren in een onverstaanbaar fantasietaaltje en de stumperige clown uithangen – dit is zíjn speeltuin. Als mimer is Van ’t Hof de vleesgeworden lulligheid; de onbeholpen wijze waarop hij op een dak belandde badmintonshuttle probeert te pakken, het zachte gemekker als hij er als geit een dwarszittende keutel uitperst – zó fysiek acteren kunnen er maar weinig.
Dat Beumer & Drost volledig op hun gast zijn ingespeeld blijkt uit het gemak waarmee ze zijn spel pareren; Drost met woordgrappen en een meesterlijke parodie op moderne sportverslaggeving, Beumer met de hem kenmerkende, guitige parmantigheid. Kees van der Vooren stoffeerde de voorstelling met het geluid van aanrollende golven, straatrumoer en een arsenaal aan klanken dat het mixen van een denkbeeldige cocktail begeleidt, met het gewenste humoristische effect.
Dat dit soort theater in het nieuwe kunstenplan dreigt te verdwijnen, blijft onbegrijpelijk. Meneer Hummeling gaat op reis is lachen op niveau.
Meneer Hummeling gaat op reis ***
De Volkskrant, 5 januari 2012
Door: Annette Embrechts
Ze hebben allebei een vakantie gewonnen. In eigen land. Met zon, zee en tropische cocktail. In een overdekte hal, waarin strand en uitzicht met eenvoudige middelen (lees: triplex) zijn nagebouwd. Ze zijn burgermannetjes, stijfjes van aard en eigenlijk als de dood voor alles wat afwijkt van hun routine. En dan heten ze ook nog allebei Meneer Hummeling, hetgeen al direct voor verwarring zorgt. Welk van de klaarstaande koffers is nu voor wie?
In Meneer Hummeling gaat op reis imiteren Loek Beumer en Peter Drost de (on)gemakken van een verre reis, verbeeld op de vierkante meter. Met veel taalgrapjes en lichamelijke kolder – het handelsmerk van Toneelschap Beumer & Drost – manoeuvreren ze zich rustig kibbelend langs badlaken, badmintonleraar, schommelstoel en golfslag. De titel bevat een ode aan scheidend directeur Diederik Hummelinck van Theaterbureau Humelinck Stuurman (de impresario van Beumer & Drost).
De een uur durende voorstelling kabbelt echter van absurditeit naar absurditeit en wordt pas hilarisch wanneer gastspeler René van ’t Hof zijn intrede doet. Vanachter een schuurtje klimt hij tevoorschijn en zorgt voor de nodige ophef, door bijvoorbeeld als geblindeerde schoonspringer bibberend een wankele duikplank te beklimmen (lees: brakke bouwsteiger). Een typisch staaltje van sterk mimisch acteren is ook de scène waarin Van ’t Hof een shuttle van het schuine dak probeert te vissen en als geitenhoeder de burgermannen een bel voorbindt. Toch heeft deze parodie op all-inclusive-vakantievermaak ook iets tuttigs en vormelijks. Voor jeugdig publiek – de voorstelling is bedoeld vanaf 8 jaar – mag de fysieke slapstick wel wat worden opgevoerd. Je gunt Van ’t Hof nog meer interventies. Zoals bijvoorbeeld in de muzikale shakescène, waarin jonglerend dranken worden gemixt en olijven en druiven van een afstandje in de cocktail worden gespuugd, ondersteund door splash-en-klok-geluiden (op band gezet door muzikant Kees van der Vooren die spijtig genoeg niet live met zijn instrumenten aanwezig is). Zo energiek en muzikaal zou eigenlijk deze hele overdekte vakantiereis moeten zijn.
Een hilarische vakantie
Gooi- en Eemlander, 8 december 2011
Door: Rudolf Hunnik
Theatergroep Beumer & Drost (Loek Beumer en Peter Drost) maakt al sinds 1997 familievoorstellingen. Hilarische voorstellingen met veel slapstick en clowneske grappen. Samen met gastspeler René van ’t Hof hebben ze Meneer Hummeling gaat op reis bedacht. Een theaterstuk waarin vakantieverwachtingen en verlangens centraal staan.
“Als je ergens naar toe gaat op vakantie dan heb je daar een bepaalde voorstelling van en verwachtingen bij. Maar als je er eenmaal bent, dan ben je deze kwijt”, zegt Loek Beumer. Een ander thema in dit stuk is angst om op vakantie te gaan.
Het begint met twee mannen in confectiepak die in een soort hal aankomen. Een hal waarin mensen vakantie kunnen vieren. Dat vinden ze heel eng. Ook de man die de vakantiegangers amuseert vinden ze eng. Opeens blijkt de vakantie zich op een dak van een hotel af te spelen. Ze horen strandgeluiden en denken dat ze op een strand zitten. Alles bij elkaar gebeuren er constant absurde dingen die behoorlijk hilarisch zijn. Theaterbureau Hummelinck en Stuurman brengt hun stuk uit. Diederik Hummelinck van dit bureau zou dit jaar met pensioen zijn gegaan en de titel lijkt te refereren aan deze gebeurtenis. “We wilden een voorstelling maken rondom een lobby van een hotel met de titel Lobby, maar dat vonden onze verkopers Hummelinck en Stuurman een moeilijk verkoopbare titel. Toen kwamen we met het idee Meneer Hummeling gaat op reis. En dat gaat helemaal niet over Hummelincks pensioen, verre van dat zelfs”.
Beumer & Drost spelen 110 tot 120 voorstellingen per jaar. Titels als Cowboys en Brandweermannen suggereren dat ze alleen maar stukken voor jongens maken. “Cowboys en Brandweermannen waren jongensdromen. Wij zijn ook jongens. Toch vinden meisjes onze voorstelingen ook leuk We maken stukken vanuit improvisatie. Waarbij we altijd streven naar de ode aan de fantasie. Dat je van alles kunt verzinnen als je er maar in gelooft. Ik denk dat er weinig verschil zit tussen de voorstellingen van nu en die van toen we net begonnen. Er zit altijd veel muziek in onze voorstellingen en wat humor betreft zijn we erg tegen platvloersheid. En cynisme, daar houden we niet van. In Meneer Hummeling gaat op reis slaan we elkaar met opgerolde kranten, maar dat is zo doorzichtig dat het leuk is.”